07-07-2023, ABRvS, 202205407/1/V3, hoger beroep cliënt gegrond [ingangsdatum; verzoek heroverweging]
Cliënt heeft zijn eerste asielaanvraag tegelijk met zijn ouders en zussen ingediend. De zaak heeft mr. Khalaf in beroep overgenomen en aangevoerd dat de IND zijn aanvraag niet los van de aanvraag van zijn ouders en zusje moest beoordelen omdat hij in aanmerking komt voor verblijfsvergunning op grond van artikel 29 lid 2 Vw. De aan de gezinsleden verleende asielvergunningen zijn uiteindelijk ook de reden dat de tweede asielaanvraag van de cliënt is ingewilligd. Omdat die verblijfsvergunningen met ingang van 27 maart 2020 zijn verleend, is de terechte conclusie dat de vreemdeling ten tijde van zijn eerste aanvraag ook voldeed aan de vereisten voor verlening van een asielvergunning krachtens artikel 29, lid2 Vw. De ingangsdatum van de asielvergunning van de vreemdeling had daarom 27 maart 2020 moeten zijn.
Interessant in deze zaak is dat in eerste aanleg door de rechter was geoordeeld dat een verzoek om heroverweging vormvrij is en niet per definitie gepaard moet gaan met de aanvraag zelf. Deze oordeel heeft de Afdeling terecht overeind gelaten. hiermee komt hoop ik een einde aan de discussie dat een verzoek om bestuurlijke heroverweging gepaard moet gaan met de opvolgende aanvraag zelf. De Afdeling verwijst hierbij naar de zelfde uitspraak (te weten: uitspraak van 7 juli 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1432) die de IND aanhaalt bij haar standpunt dat een verzoek om bestuurlijke heroverweging gelijk met de opvolgende aanvraag moet worden ingediend.
Adress: Van Nahuysplein 6
8011NB Zwolle
E-mail: info@ak-hrml.nl
Telefoon: 0031854010674
Bereikbaar: Ma - Vr 10:00 - 12:30
13:30 - 16:30
Werken bij
AK | Human Rights | Migration Law
Alle rechten voorbehouden | Antoin Khalaf | Human Rights | Migration Law